Home > Parijs in september(4)

Parijs in september(4)
Author: Leila Meacham

   Bucky boog zich over een chocoladetaart met tweeëntwintig kaarsjes. Hij wist dat iedereen aan de lange restauranttafel meende te weten wat hij ging wensen, maar ze hadden het mis. Allemaal stralende gezichten, behalve dat van zijn moeder; zij zat ernstig, zonder te glimlachen tegenover hem. Hij voelde hoe gespannen ze was, en in haar ogen stond te lezen wat zij in stilte vurig wenste: Lieve-Heer, laat mijn zoon de oorlog overleven. De oorlog temperde ook de vrolijkheid van de andere leden van het studentencorps van de University of Oklahoma. Van de vier droegen er al twee een militair uniform; ze waren opgeroepen voordat ze hun studie hadden kunnen afronden. Na een kort verlof thuis zouden ze worden uitgezonden.

   Ze hadden alle reden om zich zorgen te maken. De oorlog verliep niet goed voor de Amerikaanse troepen en hun bondgenoten, noch in Europa, noch in de Pacific. Europa was na een bijna onafgebroken aaneenschakeling van militaire successen bezet door de Duitsers, en Hitlers leger rukte op naar de Sovjet-Unie. In Zuidoost-Azië hadden Amerikaanse troepen zich bij Bataan en Corregidor overgegeven, en het keizerlijke leger van Japan had de meeste eilanden in de zuidelijke Pacific bezet. Sams andere maten van Phi Delta Theta zouden over een paar weken, direct na hun afstuderen, in militaire dienst gaan. Alleen Bucky was nog niet opgeroepen, maar dat was, geloofde iedereen, een kwestie van tijd. Bucky had echter andere plannen.

   De jarige tuitte zijn lippen en zoog lucht in zijn longen om de kaarsjes allemaal in één keer uit te blazen. Alle tweeëntwintig vlammetjes doofden.

   ‘Goed zo, Bucky!’ zei zijn vader vanaf de andere kant van de tafel, en hij klapte enthousiast met de anderen mee. Tot nu toe stonden er op zijn pafferige gezicht, rood aangelopen door het eten, de drank en de vrolijkheid, geen zorgen te lezen, zoals op dat van zijn vrouw.

   ‘Vertel eens hoe je aan de bijnaam Bucky bent gekomen, Sam!’ riep een van de studenten.

   ‘Ja, knul,’ drong zijn vader aan, een geamuseerde twinkeling in zijn ogen. ‘Vertel je vrienden hoe het komt dat we je Bucky noemen.’

   Bucky, die al sinds hij eindexamen had gedaan liever Sam werd genoemd, wuifde de vraag met een handgebaar weg en riep met gemaakte jovialiteit terug: ‘Een andere keer, flapdrol, als je nuchter genoeg bent om het te onthouden.’

   ‘Dan vertel ík het hun wel!’ bulderde Horace Barton. ‘Niks om je voor te schamen.’ Hij wendde zich theatraal tot de hele groep, zonder aandacht te besteden aan Moniques waarschuwende kneepje in zijn arm en Bucky’s overduidelijke gêne. ‘Toen mijn zoon werd geboren, was hij ziekelijk. Koliek. Huilde aan één stuk door. Gaf vaak over. Hij kon niks binnenhouden. Dat ging een hele tijd zo door, totdat ik op een dag tegen hem zei: “Buck up, boy! Kop op!” Dat was al voordat hij kon praten. Tegen de tijd dat hij begon te brabbelen, had hij al zo vaak “Buck up!” gehoord dat hij dacht dat hij Bucky heette. Zo komt hij dus aan zijn bijnaam.’ Horace straalde van trots, de vader die een echte man van zijn zoon had gemaakt.

   ‘Dat was vroeger,’ corrigeerde Bucky hem. ‘Ik ben nu gewoon Sam, pa.’

   ‘Omdat hij niet langer ziekelijk is, en ik kan het weten,’ fleemde Penny op veelzeggende toon en ze kroop dichter tegen hem aan, haar mond bij zijn oor.

   Kriegel bewoog hij zijn schouders om Penny af te schudden. Het was warm in het afgehuurde zaaltje van het restaurant, en haar parfum en de walm van de uitgeblazen kaarsen waren verstikkend. Hij was sowieso boos op haar omdat ze flessen champagne en bier naar binnen had gesmokkeld en de serveerster had omgekocht om haar mond te houden. Oklahoma was een droge staat, met strenge wetten tegen de verkoop van alcohol en drinken in het openbaar. Hij was bijna misselijk van het zware eten en het bier in zijn buik, van de sigarettenrook en de joligheid die een beetje een wanhopige bijsmaak begon te krijgen, alsof de luide grappen en het beschonken gelach van zijn vrienden de sombere en onzekere toekomst die hun allemaal boven het hoofd hing konden overstemmen. Morgen, als iedereen weer nuchter was, zou de werkelijkheid keihard binnenkomen. Het was natuurlijk onbeleefd om de serveerster te vragen of ze de taart niet konden meenemen naar huis, maar hij zag zó op tegen het hele ritueel van het aansnijden, uitdelen en opeten ervan. Hij had schoon genoeg van zijn feestje. Hij wilde zijn moeder meenemen en weggaan. Hij wilde naar huis.

   Het feest was een idee geweest van zijn vader en op zijn aandringen georganiseerd. ‘Het zal je moeder goeddoen om eens even niet in te zitten over jou en het oorlogsnieuws uit Frankrijk. Bovendien is dit je laatste verjaardag voordat je wordt opgeroepen, en je weet dat ik graag laat zien hoe belangrijk mijn gezin voor me is,’ had hij betoogd. Maar Bucky vermoedde dat zijn vader hem de belangrijkste reden voor het feest niet vertelde: zijn eigen angst dat dit de laatste verjaardag van zijn zoon zou zijn.

   Het vriendinnetje van een van zijn vrienden boog zich naar voren. ‘Zheg, Bucky,’ zei ze met dubbele tong, ‘voor we-welk… o-onderdeel ga je je aanmelden als je bij de volgende ronde niet wordt opgeroepen?’

   Op een teken van zijn moeder kwam de serveerster naar de tafel om de taart weg te halen en mee te nemen naar de keuken. Gelaten keek Bucky toe. De taart zou nu toch aangesneden en opgediend worden, zodat hij verplicht was om antwoord te geven op een vraag die helaas onvermijdelijk was geweest.

   ‘Dat weet ik pas als ik mijn mogelijkheden heb bekeken,’ antwoordde hij. ‘Ik heb niet voor niets een technische studie gedaan. Ik wil me in kunnen zetten als ingenieur.’

   ‘Dat begrijp ik,’ zei ze, hoewel ze het, ergerlijk genoeg, duidelijk helemaal niet begreep.

   Al sinds het begin van de oorlog was het zijn vrienden, klasgenoten, ouders en zakenrelaties van zijn vader opgevallen dat de doorgaans besluitvaardige Bucky om mysterieuze redenen ontwijkende antwoorden gaf als men hem naar zijn plannen voor de militaire dienst vroeg. Intussen vroegen velen zich in stilte af of hij misschien mikte op een overheidsfunctie in eigen land. Was het mogelijk dat Sam Barton, een jonge man in de kracht van zijn leven, de trots van zijn ouders, steratleet, klassenleider, schoolheld, voor de veilige en laffe uitweg zou kiezen?

   Het meisje wapperde achteloos met haar hand. ‘Ach, wie kan het je kwalijk nemen als je liever ergens achter een bureau zit? Nazi’s zijn verschrikkelijke mensen en de Japanners zijn nog erger. De wreedheden die ze begaan zijn té erg.’

   Penny keek haar vernietigend aan. ‘Jeetje, Babs! Hoe kom je erbij dat Sam achter een bureau wil zitten? Hij wil zijn expertise gewoon zo efficiënt mogelijk inzetten om de oorlog te kunnen winnen. Maar volgens mij heb je veel te veel gezopen om nog iets te kunnen begrijpen.’

   Penny’s reprimande betekende het einde van de pret en het gesprek stokte. De taart werd bijna in stilte geserveerd en nauwelijks aangeraakt. Penny sloeg het gebak zelfs af. ‘Ik blijf liever mooi slank voor Sam,’ zei ze.

   Na het eerste rondje koffie werden de servetten op tafel gelegd en de stoelen naar achteren geschoven. Het was zaterdagavond, maar de meesten moesten voor middernacht terug zijn op de campus. Bucky zou zijn ouders in hun auto terugbrengen naar huis en blijven logeren. Hij had het aangeboden omdat hij van tevoren had geweten dat zijn vader te veel zou drinken, maar in werkelijkheid had hij naar een excuus gezocht om maandagochtend vroeg in Oklahoma City te kunnen zijn. Hij had om zeven uur een afspraak in een koffiezaakje, en zou daarna de bus nemen naar Norman om op tijd terug te zijn voor zijn laatste tentamen.

Hot Books
» House of Earth and Blood (Crescent City #1)
» A Kingdom of Flesh and Fire
» From Blood and Ash (Blood And Ash #1)
» A Million Kisses in Your Lifetime
» Deviant King (Royal Elite #1)
» Den of Vipers
» House of Sky and Breath (Crescent City #2)
» Sweet Temptation
» The Sweetest Oblivion (Made #1)
» Chasing Cassandra (The Ravenels #6)
» Wreck & Ruin
» Steel Princess (Royal Elite #2)
» Twisted Hate (Twisted #3)
» The Play (Briar U Book 3)
» The War of Two Queens (Blood and Ash #4)